Nationaal Programma Onderwijs

‘We zetten vol in op vaardigheden’

Om de gevolgen van de coronacrisis voor leerlingen op te vangen, heeft het kabinet het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) in het leven geroepen. De overheid biedt een menukaart aan met mogelijke interventies, maar de scholen ontwerpen zelf hun programma. Hilde van Stelten, conrector Onderwijs op het Hermann Wesselink College (HWC) stond mede aan de basis van het plan van het HWC.” Hilde: “Ook zonder NPO waren we een eind gekomen, maar dat neemt niet weg dat het NPO een enorme boost geeft.”

Is het Nationaal Programma Onderwijs hard nodig?

“We hebben het afgelopen anderhalf jaar niet stilgezeten en veel goede dingen gedaan om achterstanden bij leerlingen weg te werken. Maar soms is het een vak niet gelukt om alle kerndoelen goed te behandelen. Over het algemeen zien we dat de achterstanden vooral zitten bij de vaardigheden van leerlingen, niet zozeer bij de stof. Leerlingen hebben bijvoorbeeld bij de moderne vreemde talen minder aan spreekvaardigheid kunnen doen en bij scheikunde hebben ze proeven niet kunnen uitvoeren. Maar ook ontbreekt het leerlingen aan studie- en sociale vaardigheden.”

Hoe hebben jullie het plan vervolgens ontwikkeld?

“We hebben het geschreven voordat de menukaart vanuit de overheid er was. We vonden het namelijk belangrijk om intussen vacatures voor docenten en ondersteuning uit te zetten. Toen de menukaart werd gepresenteerd, zagen we dat de door ons bedachte interventies goed waren in te voegen. Wat ik fijn vond was dat we ook culturele activiteiten onder het NPO mochten scharen. We konden creatief zijn en zaten op de goede weg.”

Hoe wisten jullie dat zo zeker?

“Om een zo breed mogelijk beeld te krijgen, zijn we gestart met een schoolscan. In april hebben we een studiedag voor het hele personeel georganiseerd. Die input heeft als basis voor het plan gediend. Ook hebben we als schoolleiding een ouderwebinar georganiseerd en met de Oudercommissie en MR gesproken. De bedoeling is dat we nog in gesprek gaan met leerlingen.”

‘Het is fijn dat er ruimte is voor maatwerk.’

Wat zijn in hoofdlijnen jullie plannen?

“Er zijn grote zorgen over het welbevinden van leerlingen in de breedste zin van het woord. Nu de scholen weer open zijn, zitten veel leerlingen heel stil in de klas, luisterend naar de docent. Dat is heftig. We willen dus vol inzetten op sociale vaardigheden. Leren samenwerken, werken aan positieve groepsvorming. Dat doen we bijvoorbeeld door de tweedeklassers van komend jaar een zogenaamde Rots- en Watertraining aan te bieden. En ik kijk enorm uit naar de vrijdagmiddagactiviteiten. We willen het laatste uur op die dag vrijroosteren en allerlei activiteiten op het gebied van sport, cultuur, schaken, techniek etc. aanbieden. Een breed aanbod voor álle leerjaren en niveaus door elkaar.”

En verder?

“Daarnaast zetten we uiteraard in op de basisvaardigheden taal, rekenen en Engels. Leerlingen hebben gewoon geen tijd gehad om sommige vaardigheden te oefenen. Als je deze vakken aanpakt, heb je daar bij alle vakken profijt van. We willen met de NPO-steun ook zorgen voor een goede screening en remedial teaching. Heeft een leerling een achterstand? Dan werken we die gelijk weg. Veel docenten geven aan graag een-op-eenbegeleiding te willen geven. Het is fijn dat er ruimte is voor maatwerk.”

Een zorg van veel scholen is dat het lastig te organiseren is. Hoe kom je bijvoorbeeld aan goed personeel?

“Omdat we al zo vroeg met het plan zijn gestart, hebben we al in april vacatures uitgezet. Daardoor hebben we onderwijsassistenten aan kunnen nemen. Daarnaast hebben we voor veel vakken ‘overformatie’ gecreëerd en is er ruimte voor extra taken in de school. Maar we kunnen vooral veel opvangen met onze eigen mensen. Er is bijvoorbeeld een collega die voor de komende twee jaar is aangesteld als NPO-coördinator. Die bewaakt het gehele proces en maakt draaiboeken voor als zijn functie er niet meer is. En we scholen collega’s voor bijvoorbeeld de Rots- en Watertraining. Zo zorg je dat je interventies ook duurzaam zijn.”

Dat lijkt me zinvol. Anders sta je na een paar jaar met lege handen.

“We hebben onze langetermijnwensen en de uitgangspunten van het schoolplan ook niet gescheiden van de doelen van het NPO. We zien het als een kans sommige zaken in een stroomversnelling te brengen en naar voren te halen. Een heel spannende keuze is dat we willen starten met een begeleidingsuur van 8.15 uur tot 9.00 uur voor alle leerlingen. Dat heeft nogal wat consequenties ten aanzien van vergaderen, en de lengte van de dag. We leggen het plan nu voor aan docenten. Als het bevalt, en dat hoop ik, creëren we na de zomer veel ruimte om begeleiding te bieden.”

Wat hoop je dat het NPO de school verder oplevert?

“Natuurlijk dat de achterstanden van leerlingen weggewerkt zijn. Maar vooral dat er veel meer ontmoeting is, dat het bruist in de school. Dat hebben we erg gemist.”

STELLING

Het NPO-geld moet vooral naar: