Hoe is het nu met?

‘Dankzij het HLW ben ik met een vwo-diploma van school gegaan’

Mehmet Akkoç geeft sinds twee jaar als manager Services & Operations bij de NS indirect leiding aan zo’n achthonderd mensen in de buitendienst van de Nederlandse Spoorwegen. Dat hij een regelneef was, zagen zijn klasgenoten op het Hervormd Lyceum West (HLW) ook al. Hoe is zijn schooltijd op het HLW van invloed geweest op zijn succesvolle loopbaan?

Wat voor leerling was je precies?

“Extreem druk. Een haantje de voorste. In die tijd waren er op het HLW nog geen klassenvertegenwoordigers, maar als die rol er was geweest, had ik die zeker vervuld. Ik kwam binnen in een vwo-kansklas, die was in het leven geroepen voor leerlingen die net boven havoniveau scoorden. Ik was zo’n leerling dat als er een vriendje tegen me fluisterde, ik degene was die hard terugpraatte en straf kreeg. Na een maand al werd mijn vader naar school geroepen. Mijn docenten vertelden dat ik geen discipline had, anderen afleidde en dat ik wellicht beter zou passen op een lager niveau.

‘Het is mijn grote wens dat groepen van verschillende achtergronden veel meer met elkaar in aanraking komen.’

En toen?

“Ik zou worden teruggeplaatst naar de mavo. Het is een cruciaal moment in mijn leven geweest dat mijn vader mijn docenten om een laatste kans vroeg. Hij was behoorlijk streng, heeft thuis duidelijke afspraken met me gemaakt en ik ben ervoor gegaan. Ik had echt wel de capaciteiten. Ik heb uiteindelijk zonder onvoldoendes mijn vwo-diploma gehaald.”

Dankzij het HLW?

“Zeker. Als het HLW niet het veilige, warme nest was geweest wat het was, was ik niet met een vwo-diploma van school gegaan. Dat kan ik echt zo stellen. Het gevaar van een middelbare school is dat het een leerinstituut is waar elke leerling hetzelfde wordt behandeld. Het is de kunst om elke leerling individuele aandacht te geven. Die kunst bedreven ze op het HLW als geen ander. Dat komt gewoon door hun cultuur, hun manier van werken. Nieuwe docenten worden daarin meegenomen en ondergedompeld in dat warme bad. Mijn kleine zusje begint volgend jaar op het HLW, dus ik hoop dat ze het nog even volhouden!”

Wat is de invloed van het HLW geweest op jouw carrière?

“De school heeft me een mooie basis gegeven, maar ik was nog niet ‘af’. Mijn Nederlands was bijvoorbeeld dramatisch slecht. Dat kwam onder andere doordat ik tweetalig ben opgevoed, ik las als kind alleen stripboeken. Die lieve mevrouw Moen van Nederlands heeft echt haar best gedaan: ze gaf me altijd boeken mee, en zei dat ik naar het journaal moest kijken. Op het HLW zijn dus wel de fundamenten gelegd, waarop ik op de universiteit verder kon bouwen. Net zulke slimme vrienden van mij hebben het niet gered op de universiteit. Ik wel. Dankzij die basis.”

Welke rol zie jij voor het onderwijs van nu?

“Het onderwijs moet een plek zijn waar burgers worden gevormd. Leerlingen moeten van school komen met een rugzak vol maatschappelijke bagage. Leerlingen moeten niet alleen weten wat er in hun eigen ‘bubbel’ speelt, maar in de hele wereld. Het is mijn grote wens dat groepen van verschillende achtergronden veel meer met elkaar in aanraking komen. Ik ben ooit eens op een ‘witte’ school geweest, waar leerlingen voor het eerst met iemand van Turkse komaf spraken. Hoe kán dat? Scholen moeten zich ervoor inspannen dat te veranderen. Bijvoorbeeld door een vak als burgerschap te geven.”

Zou je jezelf daarvoor in willen zetten?

“Vaak heb ik met de gedachte gespeeld om zelf iets in het onderwijs te doen. Ik was de eerste van mijn familie die ging studeren, en ik heb het – al zeg ik het zelf – best ver geschopt. Ik zou voor jongeren best een rolmodel willen zijn, een voorbeeldfunctie willen vervullen. Veel mensen van mijn generatie hebben de behoefte iets terug te doen voor de maatschappij. Het gaat niet om een baan, een huis, veel geld verdienen, maar we willen duurzaam omgaan met de generatie die na ons komt. Dat geeft echt meer voldoening. [lachend] En misschien word ik uiteindelijk wel rector van het HLW?”