Prikkelende stellingen
Wat vonden jouw collega’s?
In de vorige editie van De Ceder deden we de oproep te reageren op vier prikkelende stellingen over onderwijs. Dat leverde uiteenlopende antwoorden op. Een selectie van de reacties.
Examen doen voor sommige vakken op een hoger niveau duurt niet lang meer:
- Het lijkt me goed dat leerlingen die kans krijgen. Hoe het ingeregeld moet worden is nog wel een dingetje.
- Het lijkt me een grote organisatorische uitdaging.
- Als je differentiëren belangrijk vindt, moet dat ook op eindexamenniveau mogelijk zijn.
- Ik hoop het!
Formatief toetsen geeft meer inzicht in de leerprestaties van leerlingen dan summatief toetsen:
- Inhoudelijk is er geen verschil, maar ik zie dat leerlingen voor summatieve toetsen meer hun best doen.
- Niet zozeer het formatief toetsen zelf, maar de reflectie van leerlingen op de uitslag van een formatieve toets maakt leren mogelijk.
- Ik moet het nog goed onder de knie krijgen en geef de voorkeur aan een overgangsperiode om formatieve toetsing te leren.
Een leerkracht kan het niveau van een leerling beter inschatten dan een toets:
- Ja, mits het aantal leerlingen te behappen is.
- Wat een docent ziet is geen momentopname, maar een proces van vooruitgang. Leerlingen worden dan ook bewust dat tussentijds werken en huiswerk maken belangrijk is.
- Pas als ik het werk van leerlingen zie, weet ik wat ze echt kunnen. Ik kan dat nooit van al mijn leerlingen tijdens de lessen zien.
Het vroegtijdig opsplitsen van leerlingen in niveaus creëert een tweedeling in de maatschappij:
- Er zijn voldoende doorstroommogelijkheden om eerder gemaakte keuzes bij te stellen.
- Uit onderzoek blijkt dat vooroordelen toch wel meespelen in het bepalen van iemands schooladvies. In de eerste twee jaar van de middelbare school kunnen leerlingen zich ineens verrassend ontwikkelen.
- In kleinere, heterogene klassen kunnen kinderen beter oefenen voor de ‘echte’ wereld en om leren gaan met verschillen.