Even terugblikken

‘De leraren op het HLW hadden hart voor hun vak’

Oud-leerling Tarek El-Baradi is van Egyptisch-Nederlandse afkomst en deed in 1973 eindexamen Gymnasium B op het Hervormd Lyceum West (HLW). Zijn familie was enige jaren daarvoor uit Egypte naar Nederland geëmigreerd in een tijd dat er nog maar weinig migranten in Nederland waren. Tarek: “Voor zover ik het mij kan herinneren, zaten er op het HLW geen andere kinderen die een (deels) Arabische achtergrond hadden.”

Hoe heb je jouw schooltijd op het HLW ervaren?

“Ik had wel een bepaalde uitzonderingspositie op school. Ik sprak redelijk goed Nederlands vanwege mijn moeder, maar liep toch wat achter bij mijn klasgenoten, omdat ik zo lang in het buitenland had gewoond. De overgang van de gedisciplineerde zendingsscholen in Afrika naar de relatief vrije cultuur op het HLW (geen uniform, jongens en meisjes samen, schoolfeestjes et cetera) was ook groot. Het duurde een tijdje voordat ik daaraan gewend was. Ik was denk ik ook serieuzer en studeerde harder dan mijn meeste medeleerlingen; simpelweg omdat dat nu eenmaal de norm was waaraan ik gewend was voordat ik naar Nederland kwam.”

Hoe ging je daarmee om?

“Het lijkt wellicht een recept voor een vervelende tijd op school met een iets te ambitieuze, onaangepaste jongen die buiten de groep viel. En ja, er waren in het begin af en toe pesterige opmerkingen, maar dat waren uitzonderingen. Zo ben ik er ook mee omgegaan. Mijn achtergrond speelde uiteindelijk geen doorslaggevende rol en na een jaar of twee voelde ik mij thuis op school. Er ontstonden innige vriendschappen en ik had een goede verstandhouding met de leraren. Ook een positieve persoonlijke ontwikkeling: mijn oorspronkelijk wat starre ambitie ging over in levendige belangstelling voor verschillende vakken. Een verlangen om de wereld te begrijpen en te verkennen. En, last but not least, ik ontmoette er de liefde van mijn leven, met wie ik nu bijna een halve eeuw gelukkig samen ben; voor dat feit alleen al ben ik het HLW eeuwig dankbaar!”

‘De school gaf mij mijn eerste ankerplaats’

Welke docenten staan je nog helder voor de geest?

“Het ontwikkelen van die brede belangstelling heb ik zeker ook te danken aan de leraren. Ik herinner me er nog veel, maar een paar docenten zullen me in het bijzonder bijblijven. Docent Nederlands Tom van Deel, die het vak prachtig gaf, met zijn gevreesde dictees. Hij werd later bekend dichter en publicist. En de heer Sikkel, die ons in het eindexamenjaar op zijn unieke, rustige manier van een wiskunde-debacle redde, nadat we het jaar ervoor ontoereikend les hadden gekregen in dat vak. En natuurlijk de heer Mol van biologie, met zijn beruchte ‘vijf minuten repetities’. Die duurden precies driehonderd seconden en eindigden steevast met de enorme klap waarmee hij met zijn houten aanwijsstok keihard op zijn tafel sloeg. Alleen zijn eigen stemgeluid galmde er bovenuit: ‘Pennen neer!’.”

Wat maakte het HLW in jouw ogen een bijzondere school?

“Het was nog niet de tijd waarin leerlingen individuele aandacht kregen als ze faalangstig, hoogbegaafd of anderzijds uitzonderlijk waren. Termen als ADHD, Asperger et cetera waren nog niet zo in zwang. En ja, er was nog geen uitgesproken onderwijsvisie of schoolbeleid tegen pesten of initiatieven om maatschappelijke betrokkenheid van leerlingen te vergroten. Dat was er allemaal nog niet. Maar het HLW gaf wel om haar leerlingen, geloofde in goed onderwijs en stond open voor de tijdsgeest. En die leraren die ik had waren niet alleen vakkundig, maar hadden ook hart voor hun vak. Dat maakte al het verschil voor mij. Ik geef ze hier een eregalerij.”

Hoe denk je nog wel eens terug aan die tijd?

“De school heeft een ereplaats in mijn hart gekregen: een plek waar ik voor het eerst in Nederland diepe vriendschap vond en daarna de liefde. Die mooie school, rustig gelegen; omzoomd door nog jonge bomen in een groene wijk. Een niet te groot gebouw, met aan de voorkant de speelplaats met aansluitend daarop een open ruimte. Nu volgebouwd, toen een braakliggend veldje, waar op sportdagen atletiekwedstrijden gehouden werden. Hoge ramen waardoor bij helder weer prachtig zonlicht de klas binnenstroomde. En op sommige donderdagen was er een sportavond! Je zag dan de gymzaal vanuit de verte al in de duisternis oplichten op weg ernaartoe op je fiets.”

Wat heeft het HLW betekend voor jouw carrière?

“Die school gaf mij mijn eerste ankerplaats. En tegelijkertijd gaf die brede belangstelling mij de nieuwsgierigheid dat anker te lichten en koers te zetten naar een beweeglijk leven: ik studeerde biochemie aan de VU in Amsterdam en na mijn promotie werkte ik vier jaar als onderzoeker aan het Max Planck Instituut in Berlijn. Daarna stapte ik over naar het internationale bedrijfsleven, waar ik meer dan twintig jaar werkte als hoofd van een afdeling die verantwoordelijk was voor duurzaamheid, regelgeving, regeringszaken en PR in Oost-Europa, het Midden-Oosten, Afrika en Azië. Gedurende die tijd was ik vaker in het buitenland dan in Nederland. De laatste twee jaar geef ik leiderschapstrainingen en begeleid ik duurzaamheidsprojecten en leef en werk ik weer in Amsterdam. Ik kom dus de laatste tijd weer een enkele keer langs het HLW.”

Wat denk je als je langs het HLW fietst?

“Dan glimlach ik. Ik besef hoe sterk de wereld veranderd is sinds de tijd dat ik daar leerling was en hoe sterk het HLW zelf veranderd moet zijn. Ik ben nieuwsgierig hoe het op mijn oude school is. Ik denk dat er naast alle veranderingen, sommige zaken hetzelfde zijn gebleven: vriendschappen en liefde die er gevonden worden, leraren met hart voor hun vak, leerlingen die een ankerplaats krijgen. En wat die veranderingen betreft: ik hoop dat de leerlingen van nu iets meer meekrijgen van wat er ook van belang is om in de wereld je weg te vinden: een moreel en sociaal kompas met een naald die wijst naar gemeen­schaps­zin, levensvreugde, werkethiek, respect. Naar beschaving én karakter. Zodat óók zij dat anker kunnen lichten, hun koers kunnen bepalen en het beter in de wereld kunnen doen dan ik en mijn generatie.”