Even terugblikken
Anouk Hoogendijk
‘De docent Engels zorgde telkens weer voor een succesbeleving’
Met het VeenLanden College (VLC) op loopafstand van haar ouderlijk huis in Mijdrecht, was de keuze van haar middelbare school snel gemaakt. Voormalig topvoetbalster en international Anouk Hoogendijk (38 jaar) hield van sporten en gezelligheid. ‘Ik was een leerling die aan alles meedeed.’
Hoe was jouw schooltijd?
Dat was een leuke en sociale tijd. Ik was een leerling die aan alles meedeed: toneel, talentenjacht, zingen van kerstliedjes, straatvoetbal. Ik woonde in Mijdrecht zo dicht bij het VLC dat ik er lopend naartoe kon. Mijn ouders gaven er allebei les als docent lichamelijke opvoeding. Nee, ik heb nooit les van hen gehad. Dat was bewust zo georganiseerd. Want als ik een hoog cijfer zou krijgen, zouden anderen toch kunnen denken dat ik werd voorgetrokken. En als klasgenoten zouden afgeven op mijn ouders, zou dat voor mij ook ongemakkelijk zijn.
Dicht bij school wonen, je ouders die daar lesgeven. Wat merk je daar thuis van?
Er kwamen veel mensen bij ons eten, zowel docenten als leerlingen. Dat was leuk, want je leerde de leraren een beetje kennen. Maar het had ook nadelen. Ik werd wel eens de klas uitgestuurd door mijn hang naar gezelligheid. Kletsen in de klas, dus. Dan stapten die docenten soms op school naar mijn ouders, om te vertellen wat ik had gedaan. Dat vond ik niet fair. Dat zeiden ze ook niet tegen ouders van andere kinderen.
Je voetbalde al vroeg op een behoorlijk hoog niveau. Hoe ging dat op school?
Ik zat op het vwo. Vanaf de derde begon ik echt veel schooldagen te missen door het voetballen. Ik trainde bij de club. Werd geselecteerd voor regioteams. En op mijn veertiende kwam ik in Jong Oranje onder de 17. Daardoor miste ik wekelijks een dag school. Bij wedstrijden buiten de landsgrenzen miste ik soms meerdere dagen. Zelf ben ik wat chaotisch en impulsief. Maar om school en sport goed te combineren was het noodzakelijk om alles goed te plannen. Daarbij kreeg ik veel steun van mijn ouders, die bekend waren met de school en mijn sport. En door een topsportregeling mocht ik vaker afwezig zijn.
Omdat ik veel schooldagen miste, zou het vwo lastig worden. Ik wilde naar de ALO en de havo was daarvoor genoeg, dus die overstap wilde ik maken. Maar van 4 vwo naar 5 havo mocht niet, vanwege de tweede fase. Ik ging dus niet alleen naar een niveau lager maar ik bleef ook nog zitten. Dat heeft me wakker geschud. Mijn ouders vonden het belangrijk dat ik mijn school afmaakte. En zelf wilde ik ook doorleren: vrouwenvoetbal was geen vetpot. De laatste twee jaar middelbare school gingen me relatief gemakkelijk af.
Wie of wat heeft je het meest geïnspireerd op het VLC?
De eerste twee jaar had ik door omstandigheden weinig Engelse lessen. Door die achterstand was ik daar slecht in. Maar docent Erik van Lint maakte van elke les een feestje en zette je op scherp. Sommige docenten lezen klakkeloos de stof op. Anderen verrassen je en dagen je uit. Bij Van Lint was iedereen geboeid. Bovendien zorgde hij telkens weer voor een succesbeleving. Dat jaar heb ik veel geleerd.
‘Ik werd wel eens de klas uitgestuurd door mijn hang naar gezelligheid’
Is er een bijzonder moment op het VLC dat je nog helder voor de geest staat?
Het allerleukst vond ik de wintersport met school. Met vijftig leerlingen in de bus naar de bergen, dat was al een feestje. Het was sport en het was leuk met elkaar. Je kwam iedereen tegen op de piste. Voor een teamsporter die houdt van gezelligheid was het een ideale combinatie.
Wat moeten leerlingen wat jou betreft in hun ‘rugzak’ hebben wanneer ze van school komen?
Ik heb zelf twee kleine kinderen, die nog niet naar school gaan. Wat ik hoop is dat zij hun eigen passie en talenten kunnen ontdekken. Die ruimte wil ik ze meegeven in de opvoeding. Van een school verwacht ik dat die een breed scala aan mogelijkheden aanreikt, zodat kinderen kunnen kiezen wat bij hen past.
Wat zijn voor jou belangrijke waarden in het onderwijs van nu?
Dat is toch wel ‘respect’. Ik heb de ALO gedaan. En toen ik bij FC Utrecht speelde heb ik voor de klas gestaan in basisscholen. Dat mensen steeds mondiger en bijdehanter worden is prima. Maar het blijft wel belangrijk dat mensen respect hebben voor anderen. Dat moet je kinderen op school al meegeven.
Foto Anouk: Kim Regelink