Terugblikken met Tom Snelting
‘Zorg ervoor dat die rijke ontwikkelomgeving voor iedereen toegankelijk is’
Tom Snelting (41) is oud-leerling van het Hervormd Lyceum West (HLW). Na een mooie carrière in het basisonderwijs is hij nu strategisch programmamanager van ‘Kansen voor onze jeugd’ voor het Nationaal Programma Samen Nieuw-West. Speerpunt van het programma: kansengelijkheid. Hoe kijkt Tom terug op zijn schoolperiode op het HLW en hoe vindt hij dat de school het doet als het gaat om gelijke kansen voor elk kind?
Foto: Roos Trommelen
Tom, hoe was jouw schooltijd?
“Mijn basisschool stond in de wijk Geuzenveld en in mijn klas zaten veel kinderen met taalachterstanden. Zelf had ik de nodige bagage van huis uit meegekregen. Toen ik naar de middelbare school moest, wilde ik heel graag in Nieuw-West blijven. En omdat mijn neef het er naar zijn zin had, koos ik voor het HLW. Ik startte op het vwo. Mijn mentor was mevrouw Moen, een superlieve vrouw. Zij kon echter niet voorkomen dat ik dat jaar niet al te best presteerde. Op de basisschool haalde ik altijd tienen. Maar ik had niet geleerd te ‘leren leren’. Ik haalde dus de ene na de andere onvoldoende. Aan het eind van dat jaar kreeg ik de keuze: of de brugklas overdoen, of naar 2 havo.”
Waar koos je voor?
“Ik dacht “vwo zal wel niet voor mij zijn weggelegd” en ben naar 2 havo gegaan. Maar daar gebeurde hetzelfde; ik ging met mijn hakken over de sloot naar de derde klas. Er veranderde pas iets toen ik mijn eerste cartoon naar de schoolkrant stuurde. Het gevolg daarvan was dat mijn tekentalent werd opgemerkt en ik werd benaderd om in de redactie te komen. Dat was een feest. We hadden een eigen redactiehok waar we een hoop lol hadden. We hadden geen strakke deadlines voor de schoolkrant, maar het was voor mij de sleutel voor een fijne tijd op school.”
Ging het vanaf toen ook beter met je schoolresultaten?
[lacht] “Nou, dat kan ik helaas niet zeggen. Ik had nog steeds geen beste studiehouding. Ik had mijn hoop gevestigd op het feit dat ik aan het eind van de derde Frans en Duits mocht laten vallen, de vakken die ik moeilijk vond. Alleen stond ik weer op doubleren. Ik kreeg van de school één escape: de zomerschool. Ik heb me de hele vakantie gebogen over mijn Franse en Duitse boeken en maakte de toetsen voldoende. Ik was zo opgelucht. Na de zomer zei mijn docent Duits mevrouw Baidjoe: “Nou meneer Snelting, u bent me nog een dankjewel verschuldigd, want die toets was eigenlijk net niet voldoende.” Ik ben haar nog altijd dankbaar.”
Hoe zou je de sfeer van de school in die tijd omschrijven?
“Er heerste op het HLW een heel fijne sfeer. De feesten en commissies waren natuurlijk verbindende evenementen, maar het was ook bijzonder dat er vriendschappen waren door leerjaren en schoolniveaus heen. Dat was niet georganiseerd, zo was de cultuur nu eenmaal. Net zoals het contact met docenten: dat was heel informeel. We zijn met de hele redactie en een aantal docenten bijvoorbeeld een keer een paar dagen naar een vakantiepark geweest, geweldig was dat.”
‘Het HLW-programma ‘Hallo Wereld’ heeft een prachtig motto. Het is een roep aan de wereld om de ander te zien’
Hoe is jouw tijd op het HLW van invloed geweest op de keuzes die je maakte in jouw carrière?
“Best bepalend. Sowieso ben ik na het HLW de pabo gaan doen, en heb ik als leerkracht en schoolleider in het basisonderwijs gewerkt. En nu ben ik als programmamanager ‘Kansen voor onze jeugd’ weer terug in Nieuw-West. Bij alles wat ik doe, omring ik me met mensen van diverse culturele achtergronden. Dat is me tijdens mijn schooltijd met de paplepel ingegoten en altijd de context gebleven van waaruit ik werk.”
Is dat ook de reden dat je je inzet voor kansengelijkheid?
“Dat denk ik wel. Als kind was de diverse omgeving waarin ik me bevond vanzelfsprekend. Ik maakte geen onderscheid. Het ene vriendje had het beter dan de andere, en bij de een rook de keuken anders dan bij de ander, maar dat was niet van invloed op hoe ik met ze omging. Het lijkt tegenwoordig weleens alsof de zeven vinkjes van Joris Luyendijk het doel zijn, maar het bestaansrecht van de ander is net zoveel waard. We moeten alleen meer naar elkaar toe bewegen en meer de verbinding met elkaar maken.”
Zie je dat het HLW werkt aan die verbinding?
“Het HLW-programma ‘Hallo Wereld’ heeft een prachtig motto. Het is een roep aan de wereld om de ander te zien. Dat vind ik een inspirerend gegeven. Ik zou wensen dat in Nieuw-West de scholen gemengder zijn. Dat is nu nog niet zo. Maar je kunt eraan werken door bijvoorbeeld activiteiten te organiseren die verbinden. Mijn advies zou zijn: werk aan een klimaat waarin dat vanzelfsprekend is.”
Hoe bereik je jongeren die niet vanzelf met dat soort activiteiten in aanraking komen?
“Je moet ervoor zorgen dat die rijke leer- en ontwikkelomgeving toegankelijk is voor iedereen. Wat voor achtergrond je ook hebt. Ik zie wel kansen: leerlingen zijn over het algemeen nu vijf uur per dag op school. En alle beschikbare gelden voor bijvoorbeeld kansengelijkheid moeten in die vijf uur besteed worden. Ik zou ervoor willen pleiten dat die ook na de reguliere schooltijd besteed kunnen worden. Zo maken we voor die leerlingen de wereld groter.”
Hoe draag jij daar zelf aan bij?
“Met een aantal collega’s heb ik ‘de familieschool’ opgezet, waar aandacht is voor de gezinnen en situaties waar kinderen uit komen, waar veel meer tijd is voor het ontwikkelen van hun talenten. En waar rolmodellen aanwezig zijn. Als je als kind dingen doet die je leuk vindt of waar je goed in bent, dan ben je aan het leren. Dat heb ik ervaren in mijn tijd bij de schoolkrant en dat gun ik elk kind. We zijn op de goede weg in Nieuw-West, maar we moeten het ‘samen leren in de wijk’ nog meer verbreden. Het is een fantastisch stadsdeel, met veel diversiteit en potentie. Het moet dus gewoon lukken om elk kind gelijke kansen te bieden. Er is gewoon geen andere optie.”