Terugblikken met Peter Schat
‘Er was op het HWC respect voor iedere leerling, wie je ook was’
Het Hermann Wesselink College (HWC) bestaat dit jaar 60 jaar. We zijn inmiddels drie gebouwen verder, en er is nogal wat veranderd. We blikken terug met oud-leerling Peter Schat die in de jaren zeventig op het HWC zat en daar dierbare herinneringen aan koestert.
Peter, brand los: hoe was jouw schooltijd op het HWC?
“Ik heb de mavo op een andere school gedaan en ben in havo 4 op het HWC terechtgekomen. Ben daarna overgestapt naar vwo 5 en heb in 1978 mijn vwo-diploma gehaald. Omdat ik van de basisschool een te laag schooladvies had gekregen, was er een soort afspraak met het HWC gemaakt dat ik sneller door mocht stromen naar het vwo. Een wiskundeleraar die mij niet mocht, zei vaak ‘ik weet wel hoe jij hier gekomen bent, jongetje.’ Maar goed, ik zat er maar mooi, en heb er die drie jaar lang een geweldige tijd gehad. Ik vond het HWC een heel open en vrije school. Er was veel persoonlijke aandacht voor iedereen, viel me op. Belangrijk voor leerlingen uit wat kwetsbaarder situaties. Het voelde voor ons allemaal als een warm bad.”
Waar merkte je dat aan?
“Aan de school waren bijzondere leraren verbonden, pas later realiseerde ik me dat het een bijzondere tijd was, zo op het snijpunt van moderner worden van de samenleving. Het was een christelijke school natuurlijk, met leerlingen met vrijzinnige opvattingen, maar ook met die de evolutieleer afwezen of voor wie seks voor het huwelijk taboe was. Op school heerste een bepaalde vrijheidsdrang, was ruimte voor het bijzondere. Scheikundedocent Tjark de Boer bijvoorbeeld, schakelde als hij klaar was met de koolstofchemie doceren moeiteloos over op Freud en onze onbewuste aandriften. Dan zaten we allemaal op het puntje van onze stoel.”
Hoe was het contact tussen leerlingen en docenten?
“Heel gelijkwaardig. Na mijn examen ben ik zelfs met een van hen op vakantie naar Frankrijk gegaan, we hebben daar andere docenten ontmoet. We draaiden Händel in de auto, stonden op campings en gingen naar Parijs. Ik denk dat dat nu niet meer zou kunnen, maar het typeert wel die tijd en het persoonlijke contact tussen docenten en leerlingen. De sfeer in de maatschappij was in die tijd ook echt anders dan nu. Er was veel werkeloosheid, de Koude Oorlog, je wist niet wat te studeren. Dat had invloed op ons als jongeren. We wisten allemaal niet hoe snel we naar Amsterdam moesten na ons examen om te kraken, antikraak te wonen of – vonden we toen – tegen exorbitante bedragen te huren. Ik ben de stad trouw gebleven, woon nu heel mooi aan het Singel.”
Peter Amstelveens Weekblad: Peter Schat kort na zijn examen, toen hij de slag ging bij het Amstelveens Weekblad.
Even terug. Wat voor leerling was je?
“Op de lagere school in Uithoorn was ik altijd al een betweter. Samen met mijn beste vriend Ton Kodde zat ik altijd achter in de klas met mijn vinger omhoog. We trapten veel lol, maar we waren ook leergierig. Dat beeld heb ik ook van mezelf op de middelbare school. Naast dat ik leergierig was, bleef die balorigheid ook wel aan me kleven. Ik herinner me een moment dat we moesten wachten op de bel bij een les Duits en dat ik toen door het raam naar buiten ben gesprongen. En dat we de lelijke eend van natuurkundeleraar Peter van der Steen door de school duwden. Niet om te pesten, gewoon omdat het grappig was.”
Is er een moment op het HWC dat je helder voor de geest staat?
“Het is niet één moment, maar wat ik nog goed weet is dat ik om de week de dagopening mocht verzorgen. Wiskundedocent Buissant des Armories speelde trompet, en medeleerling Ingrid Scherer Jansen en ik piano. De bedoeling was dat elke klas meezong. Toen ik te laat kwam in de les Engels bij een nieuwe docent, stuurde ze me naar rector Huizinga om een briefje te halen. De smoes dat ik de dagopening had gespeeld kende ze nog niet. We kregen als leerlingen echt de ruimte om ons te ontwikkelen. Als een dominee of pastoor een beroep op me deed een rouwdienst of -mis te komen begeleiden op het orgel, kreeg ik daarvoor makkelijk vrij.”
‘Dat ik mijn eigen boontjes moest doppen, heeft me een robuust zelfvertrouwen gegeven’
Hoe is jouw tijd op het HWC van invloed geweest op de keuzes die je maakte in jouw carrière?
“Ik denk wel dat het HWC me gevormd heeft tot wat ik nu ben. Ik heb bijvoorbeeld nog steeds contact met HWC’ers van toen. Toch is het niet zo één op één te vertalen in wat ik later ben gaan doen. Het was meer de invloed van het niet maken van keuzes. Er was bijvoorbeeld geen decaan die voorlichting gaf. Maar er werd wel een groot appèl gedaan op je zelfstandigheid, je moest gewoon je eigen boontjes doppen, je eigen problemen oplossen. Dat heeft me wel een robuust zelfvertrouwen gegeven.”
Oud-HWC’ers Willem Visser, Peter Schat en Han Oldigs.
Wat ben je uiteindelijk gaan doen?
“Filosofie gaan studeren. Misschien wel ingegeven door de lessen Duits van Van Berkum, die heel bevlogen over de Duitse romantiek kon vertellen. En Mees Hartog, een uitgesproken geschiedenisdocent die hele blokken over Hegel en de Attische tragedie gaf. Die lessen vond ik heel inspirerend en zijn waarschijnlijk wel van invloed geweest op mijn studiekeuze. Uiteindelijk ben ik als journalist gaan werken, met veel plezier.”
Hoor je nog wel eens iets van het HWC?
“Laatst was ik op een open avond van het HWC met mijn kleindochter. Ze koos bewust voor de school, onder andere vanwege het tweetalig onderwijs, en dat vond ik toch heel leuk. In mijn tijd koos je niet voor een school, je ging er gewoon naartoe. De sfeer is onvergelijkbaar, ook omdat het een heel ander gebouw is, maar als ik de rector hoor praten over onderwijs, geeft me dat toch een vertrouwd gevoel.”
Hoe kijk je naar het onderwijs van nu?
“Ik vind het een ingewikkelde tijd. Die asociale media, jongeren die niet meer aan het lezen te krijgen zijn, de politieke janboel waar we middenin zitten. Er rust een zware taak op de schouders van het onderwijs. Ik denk dat het belangrijk is dat het onderwijs leerlingen opleidt tot wereldburgers, ze mediawijs maakt, bouwt aan het zelfvertrouwen en zelfreflectie van leerlingen. En ik gun leerlingen de bevlogen, inspirerende, levenswijze docenten die wij voor de klas hadden staan. Ik hoop dat het HWC nog steeds hetzelfde uitdraagt als wat wij toen hebben ervaren: dat iedere leerling zich gerespecteerd en gewaardeerd voelt om wie hij of zij is. We zijn gezien om wie we waren, met onze tekortkomingen, en niet als eenheidsworst uitgepoept. Dat heb ik altijd meegenomen in mijn leven.”