Opleiden
Samen werken aan leiderschap en onderwijskwaliteit
Op de Cederscholen investeren steeds meer collega’s in hun professionele ontwikkeling. Twee van hen, Abdellatif Amkari (Futuris) en Wanda Haex (VeenLanden College), volgden de opleiding voor middenmanagement die door NSO-CNA voor de Cedergroep is ontwikkeld. Beiden startten met het oriëntatietraject leiderschap en groeiden door naar vervolgopleidingen. Hun verhalen laten zien hoe hun persoonlijk leiderschap en bewustwording daarover bijdragen aan onderwijskwaliteit.

Abdellatif Amkari
Docent en leerjaarcoördinator leerjaar 4 Futuris
‘Het onderwijs is een log apparaat. Begin dus bij stap één’
Abdellatif Amkari is inmiddels vijftien jaar actief in het onderwijs. Hij begon als docent maatschappijleer en vervulde in de loop der jaren diverse rollen, van vakgroep coördinator tot voorzitter van de medezeggenschapsraad. Sinds twee jaar is hij leerjaarcoördinator.“Naast het lesgeven vind ik het waardevol om collega’s te helpen waar ik kan,” vertelt hij. “Die combinatie van lesgeven en leidinggeven past bij me.”
Zijn overstap naar een coördinerende rol vroeg wel om nieuwe vaardigheden. “Een leidinggevende heeft andere kwaliteiten nodig dan een docent. In beide gevallen werk je met mensen, maar de manier waarop je ze aanstuurt, is wezenlijk anders.” Toen hij in 2023 de mogelijkheid kreeg het oriëntatietraject leiderschap, dat door Ceder in samenwerking met NSO CNA is ontwikkeld, te volgen, greep Abdellatif die kans met beide handen aan. “Ik was net begonnen als leerjaarcoördinator en kon wel wat handvatten gebruiken. Ik dacht dat het vooral over management zou gaan, maar het bleek veel persoonlijker: wie ben jij, welke leiderschapsstijl past bij jou? Steeds werd je een spiegel voorgehouden.”
Abdellatif:
‘Ik heb geleerd om mijn tempo te vertragen en anderen de ruimte te geven’
Situatie goed inschatten
Dat smaakte naar meer. Hij vervolgde zijn traject met de opleiding Middenmanagement die door NSO-CNA voor de Cedergroep is ontwikkeld. De modules die hij aangeboden kreeg, gingen onder meer over financiën, HR, persoonlijk leiderschap, teamontwikkeling en gesprekstechnieken & communicatie. Vooral dat laatste onderwerp sprak hem aan.
“Taal en non-verbale communicatie zijn essentieel om je doelen te bereiken. Je moet bewust zijn van hoe je iets zegt: in gesprekken, maar ook in mails of appjes. Dat blijft een uitdaging, want je hebt altijd te maken met mensen en emoties. Het is de kunst om de situatie goed in te schatten en daarop te reageren. Dat betekent niet dat je overal in mee hoeft te gaan, maar wel dat je oprecht luistert en de ander serieus neemt."
Vallen en opstaan
De opleiding bracht hem meer bewustzijn over zijn eigen leiderschapsstijl. “Ik heb geleerd om mijn tempo te vertragen en anderen de ruimte te geven. Niet meteen zelf het voortouw te nemen. Sterker nog: samen vallen en weer opstaan kan nodig zijn om mensen echt mee te krijgen. Het hoeft niet allemaal in één keer goed te gaan. Soms vraagt de situatie om vertraging. Het onderwijs is een log apparaat. Begin dus bij stap één.”
Kwaliteit van het mentoraat
De praktijkcasus die hij inbracht, ging over het verbeteren van het mentoraat op Futuris. “Vanuit mijn rol als leerjaarcoördinator merkte ik dat het mentoraat op onze school niet eenduidig en helder was geformuleerd. Mentoren ervaarden het mentoraat als belastend en tijdrovend. En als de groepsdynamiek in een klas niet goed is, zie je dat ook daarbuiten terug. Een mooie uitdaging om mee aan de slag te gaan.”
“We zijn begonnen bij stap één: het creëren van helderheid over de taken van de mentor en het formuleren van een gezamenlijke visie op het mentoraat”, vertelt Abdellatif. Inmiddels is de school teruggegaan van twee mentoruren naar één mentoruur (in het rooster), met aandacht voor groepsdynamiek en één coachingsuur (buiten het rooster) voor individuele begeleiding. Abdellatif: “Daarnaast is er een doorlopende leerlijn opgezet, die we ook dit schooljaar verder ontwikkelen. Dit zorgt voor meer samenhang en continuïteit in de begeleiding. Het heeft deels bijgedragen aan een betere sfeer op school.”
Meebewegen
Het is het resultaat dat ik voor ogen had, maar we zijn er nog niet. In de weg ernaartoe heb ik veel geleerd. Ik heb geleerd om flexibel mee te bewegen met het team, de omstandigheden en om niet bang te zijn dat het soms niet meteen goed gaat. Dat inzicht deed ik op tijdens het oriëntatietraject leiderschap ‘De reder mag thuis blijven’ (het besef dat je als leider niet overal zelf aan het roer hoeft te staan. Je kunt vertrouwen op het team en verantwoordelijkheden delen) en ‘Stralend falen’ (fouten of onzekerheden niet verbergen, maar gebruiken als leer- en verbindingsmoment). Die lessen hebben me veel gebracht.”
Kwaliteitscultuur is veranderd
Ook op schoolniveau ziet hij duidelijke vooruitgang. “We hebben nu scholingsmiddagen, ontwikkelweken en duidelijke jaardoelen die richting geven aan ons werk. Met de komst van onze nieuwe directeur, Matthijs Ran, is er meer vertrouwen en samenwerking ontstaan binnen de school. De kwaliteitscultuur is echt veranderd. Dat heeft ook te maken met zijn leiderschapsstijl: hij luistert goed naar zijn team, geeft ruimte en vertrouwen en stimuleert eigenaarschap. Ik ben blij dat ik, ook in de zwaardere tijden die deze school heeft doorgemaakt, ben gebleven en dat ik nu deel uitmaak van de positieve beweging die is ontstaan. Je voelt dat we samen bouwen aan iets duurzaams."
Abdellatif:
‘Je voelt dat we samen bouwen aan iets duurzaams’

Wanda Haex
Docent Nederlands VeenLanden College
‘Het was een eyeopener: ik plus, jij plus’
Wanda Haex werkt inmiddels twintig jaar in het onderwijs. Ze begon als tweedegraads docent Nederlands en is sinds 2012 eerstegraads bevoegd. Ze begeleidde jarenlang stagiaires en is nu sectievoorzitter. Uit nieuwsgierigheid naar een leidinggevende rol volgde ook zij het oriëntatietraject leiderschap zoals door Ceder in samenwerking met NSO-CNA ontwikkeld. “Ik had verwacht dat het vooral over management en beleid zou gaan,” vertelt ze. “Maar het ging juist over jezelf: waar sta je en welke leiderschapskwaliteiten heb je?”
Dat zelfonderzoek was soms bijna therapeutisch, blikt Wanda terug. “Je onderzoekt welke gedragsprincipes - drivers - ten grondslag liggen aan jouw leiderschapsstijl. Waarom doe je wat je doet? Dan moet je echt met de billen bloot.”
Eyeopener
Wat haar vooral bijbleef, was het zogeheten ik plus-jij plus-principe. “Vaak zeg je iets waardoor jijzelf beter uit de verf komt, maar de ander kleiner wordt: het ik plus-jij min-principe. Dat gebeurt ongemerkt. Ik leerde hoe belangrijk het is om de ander op een gelijkwaardige manier te benaderen. De ideale situatie is ik plus-jij plus. Dat was voor mij een eyeopener.”
Spiegelen
In haar casus onderzocht Wanda haar eigen gedrag tegenover collega’s die volgens haar minder goed met leerlingen omgaan. “Ik keek te veel vanuit mijn eigen kader en reageerde soms zelfs neerbuigend. Onbewust hoor. Mijn gedrag werd gespiegeld door de docent/coach, collega-studenten en trainingsacteurs. Mijn casus riep best heftige reacties op. Dat was confronterend, maar ook waardevol. Ik heb geleerd naar mezelf te kijken: waarom doe ik dat? En tegelijkertijd leerde ik mezelf niet te onderschatten en niet te hard te zijn naar mezelf.”
Handvatten gekregen
De opleiding heeft haar ook laten zien hoe ze vanuit haar rol kan bijdragen aan de onderwijskwaliteit binnen haar school. “De opleiding heeft mij handvatten gegeven om gesprekken over kwaliteit beter te voeren: niet alleen vanuit inhoud, maar ook zeker vanuit houding. Ik kijk nu veel bewuster naar hoe we als team samenwerken en hoe we elkaar versterken. Dat levert meer openheid op binnen de sectie en uiteindelijk betere lessen voor onze leerlingen.”
Daarnaast heeft het traject haar ambitie om teamleider te worden verder aangewakkerd. “Je hebt als leidinggevende echt andere vaardigheden nodig dan als docent. Ik wil werken aan onderwijskwaliteit, teamontwikkeling en meer autonomie bij docenten. Daarom start ik nu met de basisopleiding bij NSO-NCA.”
Begin klein
Tegelijkertijd benadrukt ze dat ontwikkeling niet altijd groots en tijdrovend hoeft te zijn. “Begin klein, bij iets dat je toch al doet, maar beter wilt begrijpen. Ontwikkelen hoeft geen extra klus te zijn; het kan juist leuk en inspirerend zijn. En samen leren met collega’s werkt het allerbeste.”
Ook in haar dagelijkse werk merkt ze het verschil na het volgen van het traject. “Ik kijk anders naar hoe je omgaat met veranderingen, zoals de komst van AI in het onderwijs. Die gaan razendsnel. Je kunt je ertegen verzetten, maar je kunt ze ook omarmen. We zijn daar binnen de sectie al mee bezig. Beslissingen daarover nemen we nu nog vaak top-down, maar ik wil meer in gesprek met de collega’s: vragen naar hun ervaringen en samen tot consensus komen. Dat levert uiteindelijk veel meer op.”
Wanda:
‘Je hebt als leidinggevende echt andere vaardigheden nodig dan als docent’