Duco Adema, voorzitter College van Bestuur Cedergroep:

‘Samen hebben we belang bij een stevig toekomst-perspectief’

“Na negen maanden bestuurder te zijn van een prachtige scholengroep, is het tijd om de eerste balans op te maken. Waar staan we? Hoe verhouden we ons als Cedergroep tot onze omgeving? En waar willen we naartoe? Graag deel ik daarover mijn gedachten, vooral als bijdrage aan de discussie waarom het goed is om met elkaar een toekomstperspectief vast te stellen en hoe dat perspectief en onze ambities eruit zullen zien. Voor de zomer zullen we dat toekomstperspectief vastleggen in een strategische beleidsagenda van de Cedergroep.

Tijdens mijn kennismaking de afgelopen maanden zie ik dat docenten en medewerkers het beste met leerlingen voor hebben en goed onderwijs willen bieden. Als we die betrokkenheid en die kwaliteit op z’n minst willen vasthouden en zo mogelijk willen verbeteren, is het nodig om ons onderwijs te vernieuwen; bijvoorbeeld door beter in te spelen op de leerbehoeftes van onze leerlingen en dus meer maatwerk te leveren.

Niet alleen omdat leerlingen vandaag de dag — en morgen nog meer — anders leren en er van leerling tot leerling verschillende behoeften zijn, maar ook omdat hun toekomst er anders uit zal zien; met meer dynamiek, snellere veranderingen, beroepen die komen en gaan. Kortom: we doen er goed aan om met elkaar in gesprek te gaan hoe we onze ‘leerlingbelofte’ waar kunnen blijven maken!

‘We zullen meer dan voorheen moeten nadenken over hoe we ons onderwijs ontwikkelen’

Mooie voorbeelden

Op onze scholen kom ik nog veel traditioneel onderwijs tegen. Maar ik zie ook voorbeelden van spannende onderwijsvernieuwingen. Van breed projectmatig onderwijs en een nieuw vak als Global Perspectives op het Hermann Wesselink College (HWC), tot betekenisvol onderwijs met millennium skills op de Christelijke Scholengemeenschap Buitenveldert (CSB), van het Universalis-programma en een nieuw vak als

Future Media op het Hervormd Lyceum Zuid (HLZ), tot het Hallo Wereld-programma op het Hervormd Lyceum West (HLW) én gepersonaliseerd onderwijs op het VeenLanden College (VLC) in Vinkeveen. Vorige week kwam de voorbereidingsgroep van de strategische beleidsagenda met verschillende vertegenwoordigers van de scholen bijeen en vond er een inspirerende uitwisseling plaats over onderwijsvernieuwing.

Professionalisering

Docenten vormen het hart van onze scholen. Dat was al zo toen ik op school zat, en dat zal altijd zo blijven. Om ons onderwijs up to date te houden, is het noodzakelijk dat onze docenten zich blijven ontwikkelen; zowel in hun vak, in de verbinding met andere vakken (denk ook aan tweetalig onderwijs, bijvoorbeeld op het HWC en het HLW), in meer variatie in didactiek, pedagogische vernieuwing en niet in de laatste plaats in ict-vaardigheden. Ook leerlingbegeleiding zal een andere invulling krijgen. Meer gericht op een groter eigenaarschap van leerontwikkeling bij de leerling, door bijvoorbeeld de leerling in samenspraak met docent en ouders zelf doelen te laten stellen en hem of haar daarvoor verantwoordelijk te maken. Enkele scholen werken al op deze manier. Als we erin slagen echt een lerende organisatie te zijn, zullen we start- en functioneringsgesprekken vanzelfsprekend vinden. Dan wordt de vijftig uur ontwikkeltijd waarover we nu spreken niet meer gezien als knelpunt, maar als stimulans voor verdere professionalisering.

Goed werkgever

Er is ook meer ruimte voor professionalisering nodig om de Cedergroep als goed werkgever te kunnen profileren. De krapte op de arbeidsmarkt is groot. Lerarenopleidingen leiden maar mondjesmaat nieuwe docenten op en ik zie daar ook niet op korte termijn verandering in komen. We zullen zittende docenten dus perspectief moeten bieden door zich verder bij te scholen, bij te dragen aan vernieuwing van onderwijs en daar met

hogere schalen voor te belonen. Ook zullen we ons moeten richten op zij-instromers. Ik ben tevens voor de vorming van een gemeenschappelijke pool van jonge docenten die we op verschillende scholen in kunnen zetten. Enthousiaste docenten die we een aantal jaar de ruimte bieden voor ontwikkeling en die het hart kunnen vormen van de Cederacademie.

Identiteit

Meer concurrentie om de beste docent, en meer concurrentie om de leerling: dat zien we al in Amsterdam. Dat vraagt van ons dat we ons sterk profileren. Laat ik maar zeggen hoe ik het hoor en zie: ons profiel, met onze christelijke identiteit, is wat bleek. De naam Hervormd Lyceum West (HLW)

heeft niet meer de betekenis die het oorspronkelijk had. Gelukkig hebben we het onderwijsconcept ‘Hallo Wereld’ dat daar op een andere manier invulling aan geeft. Op de site van de Cedergroep staat: vijf scholen: één overtuiging. Misschien te weinig zeggend? Kortom, het is goed dat we met elkaar een nieuwe invulling geven aan onze identiteit.

Positionering

We zien dat het brede onderwijsaanbod in Amsterdam onder druk staat. In Amsterdam-West is dat urgent, doordat meer dan de helft van de vo-leerlingen het stadsdeel verlaat en naar een school in andere stadsdelen gaat. Ook ons Hervormd Lyceum West (HLW) heeft daarmee te maken. Er zal in de komende jaren in Amsterdam nauwelijks groei van vo-leerlingen zijn, terwijl het onderwijsaanbod groeit. Twee nieuwe ontwikkelingen zijn daarbij van belang: in toenemende mate kiezen ouders voor privaat onderwijs en we zien de opkomst van een Islamitische school die fors door wil groeien. Hoe we erin slagen een breed, publiek onderwijsaanbod te behouden, vind ik daarom een belangrijke en relevante vraag. Een eenvoudig antwoord is er niet. We zullen het er wel over moeten hebben. En het vraagt om meer interne én externe samenwerking op gebied van onderwijsontwikkeling, professionalisering en identiteit.

Gesprek voeren

Wat mij in die positionering in het Amsterdamse scholenveld het meeste raakt is de toenemende segregatie. We voeren het debat hierover nog niet scherp genoeg. Dat doet een Onderwijsraad niet, zoals blijkt uit het recente rapport over minder differentiatie en verbreding,

noch een College van B&W dat terecht voor kansengelijkheid is, maar nog niet echt tot actie komt. Er is meer nodig om fragmentatie in Amsterdam tegen te gaan dan brede scholen, of goede adviezen voor het vo, of welwillende ouders.

‘Hoe we erin slagen een breed, publiek onderwijsaanbod te behouden, vind ik daarom een belangrijke en relevante vraag’

Hoe, wie en wat

Ik schets dit beeld, en zal dit in de komende tijd verder aanscherpen, om aan te geven waarom ik het nodig vind om met elkaar een stevig toekomstperspectiefte schetsen. Door een strategische beleidsagenda te maken geven we een richting aan en kunnen we met elkaar in gesprek over het hoe en wie we zijn. Het wat blijft vervolgens aan de scholen.

De afgelopen weken heb ik gemerkt dat een aantal van mijn bevindingen gedeeld worden in de scholen. Enkele scholen werken zelf aan een nieuw schoolplan. Met een aantal collega’s hebben we een start gemaakt voor de discussie over de nieuwe strategische beleidsagenda. In de komende maanden zullen we daar meer collega’s bij betrekken. Uiteraard zijn reacties, vragen en opmerkingen nu al meer dan welkom!”