Workshops uitgelicht
Keuzestress! Er waren voor de medewerkers te veel workshops om uit te kiezen. We lichten er twee uit.
Docent-onderzoeker Berber Langelaan onderzoekt onderwijsdifferentiatie op het HWC
‘Tussen willen en doen zit een gapend gat’
Hoewel uit onderzoek blijkt dat differentiatie bijdraagt aan effectiever leren en kansengelijkheid in het onderwijs lukt het ‘slechts’ 50 procent van de leerkrachten deze aanpak toe te passen. Docent-onderzoeker Berber Langelaan onderzoekt wat helpt en wat docenten tegenhoudt.
Berber Langelaan
Culturele achtergrond, sociaaleconomische status en gezondheidsfactoren vergroten steeds meer de verschillen tussen leerlingen. Differentiëren - een onderwijsaanpak waarbij docenten het lesprogramma, onderwijsmethoden, leermiddelen, -activiteiten en -producten aanpassen aan de behoeften van individuele leerlingen - is hierop volgens veel deskundigen een antwoord. Differentiatie heeft een positieve invloed op leerresultaten en vergroot bovendien de betrokkenheid, motivatie en zelfvertrouwen van leerlingen. “Een docent die differentieert past bewust en proactief de stof aan, en vindt zo een betere aansluiting bij de leerbehoeften van leerlingen”, legt Langelaan uit.
Hogere vaardigheid
Kortom, differentiëren is zinvol, nuttig en belangrijk. Toch zien we het in de lespraktijk weinig terug. Langelaan: “Differentiëren is een hogere vaardigheid. Een docent doet er gemiddeld zo’n twintig jaar over deze vaardigheid te ontwikkelen.” Factoren zoals het niet hebben van een eigen lokaal, werkdruk en de hoge instructietijd-norm werken differentiatie in het voortgezet onderwijs tegen. “Docenten zeggen bijvoorbeeld: “Mijn programma is altijd te vol. Ik moet lesstof overdragen, de opdracht uitleggen. Dan valt er weer een les uit. Hoe kun je dan ook nog differentiëren?”
‘Collega’s die van elkaar leren is mooi, maar dan komt er weinig nieuws je school binnen’
Externe deskundigheid
Een school die eenmalig een differentiatie-studiedag organiseert, deze aanpak top down oplegt of alleen de theorie rondom differentiëren benadrukt, krijgt docenten niet zo ver dat ze differentiatie kunnen toepassen in de praktijk, blijkt uit het promotieonderzoek van Berber Langelaan, deels uitgevoerd op het HWC. Wanneer docenten samenwerken, lessen bij elkaar volgen, praktische workshops aangeboden krijgen en expertise van buitenaf wordt ingevlogen, dan krijgt differentiatie vorm. “Externe deskundigheid is belangrijk. Collega’s die van elkaar leren is mooi, maar dan komt er weinig nieuws je school binnen.” Differentiatie vraagt dus om inzet van docenten. Schoolleiders en besturen kunnen hierin ondersteunen door materialen, budget, tijd en scholing aan te bieden.
Directe pay-off
Docenten kiezen vooral voor kleine en eenvoudige aanpassingen, merkt Langelaan tijdens haar onderzoek. “Zoals een quiz die het huiswerk herhaalt bijvoorbeeld. De quizresultaten geven inzicht: wie kan zelfstandig verder? Wie heeft hulp nodig? Vervolgens differentieer je door de groep in tweeën te delen. Een deel gaat zelfstandig verder, de rest krijgt extra instructie. En wie de lesstof op een leukere, creatievere manier aanbiedt, krijgt ook enthousiaste reacties van leerlingen terug. Dat is de directe pay-off waar je als docent energie van krijgt.” Langelaan ontdekte op het HWC meer van dit soort initiatieven. “Het is waardevol om deze te delen.”
Meer weten over het promotieonderzoek van Berber Langelaan? Kijk hier.
Pedagoog en onderwijskundige Nicolette van Halem:
‘Eigenaarschap is meer dan ooit belangrijk’
Leerlingen die zich eigenaar van hun leerproces voelen nemen verantwoordelijkheid voor hun leerprestaties en laten betere resultaten en motivatie zien. Pedagoog en onderwijskundige Nicolette van Halem onderzoekt scholen die transformeren naar leerlinggericht-onderwijs. Wat is hiervoor nodig?
Vastgeroeste denkpatronen vormen het grootste obstakel tussen klassikaal en leerlinggericht onderwijs. “Opmerkingen zoals: “we doen het altijd zo” of “dit wordt van mij verwacht” zijn funest”, zegt Van Halem. “Dat blokkeert iedere vorm van innovatie.” Terwijl eigenaarschap volgens haar meer dan ooit belangrijk is. “De arbeidsmarkt vraagt om arbeidskrachten die verantwoordelijkheid nemen, die anticiperen, creatief en initiatiefrijk zijn. Als we niet oppassen leiden wij leerlingen op langs voorgekauwde opdrachten met nauwelijks ruimte voor eigen inbreng.”
Nicolette van Halem
Combinatie van factoren
Eigenaarschap wordt versterkt, dan wel afgeremd, door een combinatie van factoren. Allereerst moet het in ons systeem van lesmethodes, toetsing en beleid passen. Ook vraagt eigenaarschap om bewegingsvrijheid bij leerlingen. Een proces dat in de praktijk lastig te organiseren en te structureren blijkt. Ook spelen kind-factoren zoals aanleg en omstandigheden thuis een rol. Enige vorm van toetsing, structuur en controle blijft altijd nodig. “Wanneer leerlingen altijd hun eigen voortgang mogen bepalen, gaat bij een groot deel van de leerlingen de resultaten omlaag, blijkt uit onderzoek.”
Gewoon je diploma halen
Gevraagd naar eigenaarschap zegt iedere docent dit te (willen) stimuleren. In de praktijk blijkt dat anders uit te werken, blijkt uit stellingen die Nicolette van Halem docenten regelmatig voorlegt. “Een leerling die een wiskundewedstrijd organiseert, vraagt om extra lesmateriaal of die het schoolplein uit eigen beweging veegt, vinden we prachtig. Het past namelijk, met minimale aanpassingen, in het curriculum. Maar, wat als een leerling, bijvoorbeeld richting de examens, andere keuzes maakt? Dan is het bevorderen van eigenaarschap ineens een stuk spannender. Wanneer een leerling in de examenvoorbereiding dreigt af te haken zeggen we: “nee, je moet gewoon je diploma halen. Net als iedereen.””
Leerlingen zelf hun schoolcarrière laten bepalen voert dus nog te ver. Toch kunnen docenten met kleine stapjes het eigenaarschap van hun leerlingen bevorderen. “Fungeer als coach en facilitator. Daag je leerlingen uit om zélf na te denken en reageer op de specifieke behoeften van leerlingen. Een docent die verduidelijkt, aanmoedigt en voor advies beschikbaar is kenmerkt een docent die het eigenaarschap bij leerlingen stimuleert.”
Wil jij ook aan de slag met (meer) eigenaarschap op jouw school? Het Onderwijs Gesprekskaarten Spel, ontwikkeld door Kunskapsskolan Nederland, daagt docenten uit tot gesprekken en reflectie rondom dit thema.
Klik hier voor meer informatie.
Dit neem ik mee!
Na afloop is het tijd om de balans op te maken. Wat inspireerde de deelnemers aan de Cedermiddag, en wat gaan ze volgende week anders doen? Drie reacties uitgelicht.
Karlot Bosch, veiligheids- en leerjaarcoördinator klas 2 op het HLZ:
‘Wij zijn als docenten soms functioneel gefixeerd’
“Met een punaise kun je meer dan alleen papier vastprikken. Dat beeld kwam vandaag voorbij.
Een gek voorbeeld misschien, maar ik neem het mee. Wij docenten zijn geneigd leerlingen allemaal op één manier te toetsen, terwijl er een breed scala aan mogelijkheden is. Het is aan ons, docenten, om leerlingen te laten zien wat er buiten de gebaande lespaden mogelijk is.”
Kees Sluis, lid Raad van Toezicht Cedergroep:
‘Niet het boek, maar de docent bepaalt de lesinhoud’
“Door tijdgebrek en volle klassen kiezen leraren één instructiemethode voor de hele klas. Differentiatie vindt dan niet plaats en je ziet: de ene leerling doet nog mee, de andere haakt af. In Schotland, waar men werkt met een nationaal curriculum, staat iedere week één leerdoel centraal. Niet het boek, maar de docent bepaalt de lesinhoud. Dit daagt docenten uit. Dat vind ik mooi.”
Emiel Neter, afdelingsleider leerjaar 1 op het HLZ:
‘Deze middag geeft stof tot nadenken’
“Ik had het geluk de twee workshops te kunnen volgen die ik graag wilde. Deze middag geeft stof tot nadenken. Artificial Intelligence in het onderwijs is de toekomst, hoorde ik vaak vandaag. Ook ik verwacht daar veel van in de komende jaren. Blij om te merken dat de Cedergroep hierin meegaat!”