Jong&Ervaren
In hart en nieren een docent
Ervaren rot in het vak Eric Veeger en ‘vers van de opleiding’ Hazal Yildirim werden dit jaar mentor van dezelfde klas. Rector Wilfred Vlakveld noemt ze inmiddels ‘het leukste stel van de school’. Wat nemen ze mee en wat kunnen ze van elkaar leren?
Stellen jullie je eens voor.
Eric Veeger
Op mijn 25e ben ik als docent muziek begonnen op het HLZ en ben er nooit meer weggegaan. Nu veertig jaar later geniet ik nog steeds van deze kleine gezellige school met aardige mensen. En nu mag ik met Hazal samenwerken; we zijn sinds een paar maanden samen mentor van een tweede klas.
Hazal Yildirim
En ik ben 21 jaar, heb net mijn onderwijsbevoegdheid gehaald en werk sinds dit jaar als docent Frans op het HLZ. Ik volg daarnaast nog een master aan de HvA. Ik ben twee dagen op het HLZ te vinden, één dag in de week studeer ik.
Hoe bevalt de samenwerking?
Eric:
Ik kan wel zeggen dat we echt een match zijn. Het is erg leuk. Hazal heeft veel geduld en echt oog voor het welzijn van leerlingen. Ik reageer soms wat korter door de bocht. Maar ik ben nooit te oud om te leren. Zo maakt Hazal me er bewust van echt het kind achter het kind te blijven zien.
Hazal:
Ook ik ben heel blij dat we samen een klas delen. Eric heeft enorm veel onderwijservaring en daar kan ik veel van leren. Het is voor mij nog wennen aan het lesgeven en het mentorschap. Ik geef nu de mentorlessen en Eric heeft het contact met de ouders. Dat vraagt toch wel wat van je. Nu ik inmiddels weet waar alles ligt en hoe het hier werkt op school, gaan we dit soort gesprekken in de toekomst ook samen voeren.
Zijn er grote verschillen in hoe jullie je opleiding hebben genoten?
Eric:
Dat is voor mij natuurlijk al een tijdje geleden. De focus lag vooral op de muziek, dat vond ik een van de leukste dingen. Pedagogiek hadden we ook, maar ik had een enorme hekel aan die Duitse boeken. Ik dacht wel eens: als ik nu drie jaar eerder voor de klas was gezet, had ik alles zelf alles prima uitgevonden. En hoe vaak zijn mijn docenten komen kijken? Misschien twee keer? We moesten wel veel lesplannen schrijven. Volgens mij is daarin niet zoveel veranderd.
Hazal:
Nee klopt, dat moet nog steeds! Bij ons was de helft van het curriculum vakinhoudelijk en de andere helft pedagogisch/didactisch. We hadden voor dat laatste onderdeel een dik boek waarin de ontwikkeling van baby tot adolescent werd beschreven. Dat boek heb ik nooit weggedaan, ik gebruik het nog steeds.
Eric:
En jullie lopen veel meer stage dan wij deden.
Hazal:
Klopt, al vanaf het eerste jaar en we krijgen elke les feedback van docenten die komen kijken.
Eric:
Ik zie dat jullie generatie daar veel minder van schrikt. Terwijl: intervisie is zo leerzaam. Dat moet echt een cultuur zijn binnen je school, om vanuit vertrouwen feedback te geven.
Wat maakt iemand een goede docent?
Hazal:
Je kunt je vak nog zo leuk vinden, maar als je geen goede relatie hebt met je leerlingen, kom je nergens. Soms zie je bij zij-instromers dat het goed gaat, maar soms ook niet. Je moet denk ik in hart en nieren een docent zijn. Dat ben ik wel. Ik zie dat Eric veel status heeft in de klas. Ik moet wat meer begrenzen.
Eric:
Ik vind het belangrijkste dat leerlingen zich veilig voelen in mijn les. En volgens mij moet je je vak zo leuk vinden, dat je dat uitstraalt. Leerlingen stimuleren, dat kan ik denk ik goed.
Hazal:
Zeker.
Eric:
Als ik jonge mensen voor de klas zie staan, weet ik binnen een kwartier of iemand het in zich heeft of niet. Hazal heeft dat! Maar dat vak in de vingers krijgen, is best een ingewikkeld proces. Het eerste jaar is gewoon moeilijk en soms lukt het niet. Dan kan het helpen om op een andere school een nieuwe start te maken.
Hoe heb je zelf aan je ontwikkeling gewerkt?
Eric:
Niet stilstaan. Ik heb mezelf altijd veel nieuwe dingen aangeleerd. Bijvoorbeeld het maken van soundtracks of videoclips. Het is belangrijk om te differentiëren in je les, en daar lenen dit soort nieuwe media zich uitstekend voor. Maar ik vind het ook nog steeds heerlijk om te zingen met een klas hoor!
Wat kunnen jullie van elkaar leren?
Hazal:
Wat ik lastig vind is om als jonge docent collega’s op een goede manier aan te spreken, bijvoorbeeld als er iets niet lekker loopt in een les. Nu laat ik dit soort moeilijke gesprekken nog aan Eric over, maar dat wil ik ook kunnen.
Eric:
Alle vertrouwen. Hazal staat heel goed voor de klas, ze is lekker fanatiek en heeft de juiste toon. Ze straalt uit dat ze aardig is, maar ook dat er grenzen zijn. Mooi is dat.
Kijken jullie anders naar het onderwijs van nu?
Eric:
Dat weet ik niet. Ik denk dat in de kern kinderen aandacht willen en tegelijkertijd begrensd willen worden. Als een kind vervelend doet, zit er altijd iets achter. Dat is van alle tijden. Ik benijd de jonge generatie verder niet, er is zo’n overvloed aan informatie, en ze moeten constant aanstaan. Een spanningsboog van tien minuten is al lang.
Hazal:
Ik denk dat onze generatie daar iets minder last van heeft. We leren hoe met ICT om te gaan en ik weet ook hoe Instagram en Kahoot werken. Supernuttig.
Eric:
[lacht] Ik gebruik ook vaak YouTube. Dat is een zegen voor het muziekonderwijs. En er zijn mooie programma’s waarmee leerlingen hun eigen muziek kunnen schrijven. Dat is winst, maar het gevaar schuilt erin dat het minder de diepte ingaat. Echt het euvel van deze tijd.
Wat is jullie mooiste ervaring?
Eric:
Er zijn er zoveel. Maar als ik er één uit moet lichten is dat een jongen die heel erg stotterde ineens feilloos stond te rappen voor de klas. Hij kreeg een staande ovatie. Daar kan ik nog kippenvel van krijgen.
Hazal:
Ik heb nog niet zoveel ervaring, maar toen ik afscheid nam van mijn vorige klas kreeg ik allemaal lieve briefjes en cadeautjes. Ik voelde me erg gewaardeerd. Dat is wel een reden om het onderwijs in te gaan. Toch?