Kenniskringen goed op weg

‘Steeds een stap vooruit’

Als teamleider Onderwijs en Kwaliteit is Katja Klip verantwoordelijk voor het thema onderwijskwaliteit, een van de zeven thema’s van de strategische agenda van de Cedergroep. Ook ondersteunt zij Duco Adema op het thema onderwijsontwikkeling. De afgelopen tijd boog zij zich samen met ‘haar’ kenniskringen over de vraag: ‘Waar staan we nu en vooral: waar willen we naartoe?’

Onderwijskwaliteit

In 2018 is de kenniskring Onderwijskwaliteit (toen nog werkgroep Kwaliteit) gestart. Deze bestaat uit ongeveer tien mensen: vanzelfsprekend de medewerkers kwaliteitszorg van alle scholen, maar ook teamleiders en conrectoren. Eens in de twee maanden komt de kenniskring bij elkaar. “We delen kennis, ervaring en heel veel goede voorbeelden met elkaar”, vertelt Katja.

Data

Belangrijke focus voor de kenniskring is hoe je als school omgaat met data. “We beschikken natuurlijk over toetsgegevens via programma’s als Magister en Cum Laude en gegevens uit tevredenheidsonderzoeken. Maar hebben we ook voldoende zicht op hoe de scholen ervoor staan in relatie tot het zogenaamde onderwijsresultatenmodel van de Inspectie van het Onderwijs?” legt Katja uit. Dit schooljaar werkt het Cederbureau samen met de kwaliteitsmedewerkers voor het eerst met prognoses. Zij wil daarmee in een eerder stadium zicht krijgen op hoe de scholen ervoor staan en mogelijke risico’s in kaart brengen.

‘We zijn continu op zoek hoe we de leeropbrengsten voor ieder kind zo groot mogelijk kunnen laten zijn.’

Handreiking

“Een logische vervolgvraag is hoe je omgaat met die beschikbare data”, vervolgt Katja, “daar kan nog beter gebruik van worden gemaakt. Het analyseren ervan ligt doorgaans bij de kwaliteitsmedewerker. We bekijken nu samen met de kwaliteitsmedewerkers hoe we de scholen hierin nog beter kunnen ondersteunen en welke rol het Cederbureau daarbij inneemt.” Daarvoor heeft Katja samen met de kwaliteitsmedewerkers een Handreiking Kwaliteitszorg opgesteld. “Daarin formuleren we de eisen die we stellen aan de kwaliteit van ons onderwijs en hiermee ook aan onze docenten. Uiteindelijk komt het erop neer dat mensen gaan reflecteren op hun werk. Wanneer zijn we tevreden? En hoe meten we dat? Wat betekent dit voor onze kwaliteitszorg? Daarvoor zijn we nu een plan aan het ontwikkelen.”

Onderwijsontwikkeling

Ook voor het thema Onderwijsontwikkeling is een kenniskring samengesteld. Deze bestaat voornamelijk uit de pioniers van de scholen die al experimenteren met nieuwe vormen van onderwijs. De komende tijd wordt er door dit team een visie geschreven voor de onderwijsontwikkeling van de Cedergroep. Voor dit thema stond de grote lijn al uit. Dat betekent dus vooral aanscherpen, verdieping aanbrengen. Katja: “In eerste instantie wilden we dat de leerling op een zo hoog mogelijk niveau zou uitstromen. Dat hebben we nu aangescherpt in ‘elke leerling op de juiste plek’.” Volgende stap is volgens Katja om te kijken of de taal zoals beschreven in de visie, ook gesproken wordt door de medewerkers.

Ieder kind uniek

Wat is de kern van die visie? “We vinden dat ieder kind uniek is, en een eigen set met interesses en intelligenties heeft. Wij gunnen het elk kind om klaar te zijn voor de maatschappij van morgen, zodat hij of zij daar succesvol een plek vindt. We zijn dus continu op zoek hoe we de leeropbrengsten voor ieder kind zo groot mogelijk kunnen laten zijn. We gaan daarvoor niet in het wilde weg experimenteren, maar kijken op basis van de wetenschap welke didactiek effectief is. Je moet het gefundeerd doen.”

‘De kenniskringen zijn in deze tijd echt van meerwaarde geweest.’

Leeropbrengst meten

Daarom is het zo belangrijk de leeropbrengst van nieuwe programma’s te meten. “Je kunt wel zeggen ‘leerlingen kunnen hierdoor beter samenwerken of worden ICT-vaardiger’, maar hoe meet je dat?” aldus Katja. Voor het onderwijsprogramma Millennium Skills van de CSB Amsterdam werkt de school al samen met de VU Amsterdam die een jaar lang leerlingen volgt. Aan de hand van rubrics worden bijvoorbeeld de leeropbrengsten in kaart gebracht. Katja: “Nu bekijken we samen met de universiteit hoe we ook bij kleinschaliger programma’s – een sectie wil bijvoorbeeld meer differentiëren – de opbrengst kunnen meten. “

Ruimte en aandacht

“We zijn dus als Cederscholen goed op weg als het gaat om onderwijsontwikkeling. Maar we zien ook dat er verschil is in tempo op de scholen”, vertelt Katja, “het is een vuurtje dat moet worden aangewakkerd. Als meerdere docenten hiermee bezig zijn, inspireren zij elkaar ook. Laat docenten ervaren wat het hen oplevert. Voorwaarde voor succes is om aandacht, ruimte en waardering van de schoolleiding en je bestuur te krijgen. Daar zetten we ons voor in!”

Hoe verder in coronatijd?

En toen brak de coronacrisis uit. De scholen dicht, medewerkers die vanuit huis werken, even andere prioriteiten. Hoe zijn de kenniskringen in deze periode verdergegaan? Katja: “Voordat de crisis uitbrak, hebben we een bijeenkomst gehad met de eindexamensecretarissen van de scholen. Met de wijzigingen rondom de schoolexaminering en het afschaffen van het centrale eindexamen bleek dat deze contacten handig waren voor het uitwisselen van kennis. Daarom hebben we een online platform gemaakt voor deze groep. Ook de kenniskring Kwaliteit is verdergegaan: zo hebben we ‘online’ gesproken over het vormgeven van afstandsonderwijs, (formatieve) toetsing op afstand en de overgang en determinatie.”

Daarnaast hebben de zorgcoördinatoren van de scholen contact gehad rondom gedeelde problematieken voor wat betreft de omgang met zorgleerlingen. Katja: “De kenniskringen zijn echt van meerwaarde geweest voor het omgaan met de uitdagingen waarvoor de scholen zich in deze tijd geplaatst zagen. Naast die uitdagingen, bood deze tijd ook kansen. Ontwikkelingen op het gebied van ICT en formatieve toetsing zijn in een stroomversnelling gekomen. Het zou mooi zijn als we deze kunnen vasthouden en hierop in kunnen spelen. Ons onderwijs verandert met de maatschappij mee!”